Een baby’tje geef je borstvoeding of flesvoeding, maar als je kindje iets ouder wordt, kan hij stap voor stap zelf uit een beker leren drinken. Voor elke fase in dit leerproces zijn er aangepaste modellen speciaal voor peuters. In dit artikel vertellen we je wanneer welke drinkbeker het best geschikt is voor jouw peuter.

Van fles naar beker

Uit een beker drinken is een vaardigheid die kinderen geleidelijk aan leren. Dit hele proces begint wanneer ze gemiddeld vier maanden oud zijn en duurt in totaal zo’n vijftien maanden.

Veel bekers hebben een leeftijdsindicatie, maar staar je daar zeker niet blind op. Elk kind leert namelijk op zijn eigen tempo drinken. Welke beker je dus het best aan je peuter geeft, hangt af van zijn ontwikkeling op dat moment.

De juiste drinkbeker voor jouw peuter

Afhankelijk van hoever jouw kind staat met zijn mondmotoriek en oog-handcoördinatie, gebruik je een van deze vier modellen:

1. Oefenbeker

Een oefenbeker heeft een speen en goed in de hand liggende, zachte handgrepen. Daarmee laat je je baby alvast kennismaken met drinkbeker en leer je hem hoe hij die moet vasthouden. Ondertussen kun je verder flesvoeding geven.

2. Tuitbeker

Een tuitbeker ondersteunt de overgang naar een zuigende drinkbeweging. De tuit is meestal zacht, zodat die het tandvlees niet kan verwonden.

3. Rietjesbeker

In sommige gevallen kan het nuttig zijn om je peuter in de tussenperiode een beker met een rietje te geven. Zo’n beker helpt om de mondmotoriek nog verder te ontwikkelen.

4. Beker met een rand

Het uiteindelijke doel is om je peuter te laten drinken via de rand van een beker, net zoals een volwassene. Natuurlijk verloopt dat niet altijd zonder morsen. Daarom zijn open drinkbekers met een ‘antiknoeirand’ bijzonder handig.